Stap 3

STAP 3: Maak het!
TIJD: 30 minuten

Bespreek en laat zien: Kies het idee voor een uitvinding waar je zelf het meest tevreden over bent. Pak een groot stuk karton en het werkblad met de 5 museuminformatiekaartjes en knip deze uit. Leg je object op het karton met de kaartjes eromheen. Op de kaartjes schrijf of teken je allemaal informatie over het object: Bedenk een naam voor de uitvinding en de uitvinder, een datum waarop de uitvinding is gemaakt, de afmetingen van het object en een omschrijving en achtergrondinformatie (zie ter inspiratie voorbeelden bijlage 4). Zorg dat je netjes schrijft zodat anderen het kunnen lezen. Als je tevreden bent plak je je object en de kaartjes op het stuk karton. Je hebt nu van iets waardeloos een museumstuk van een fantasie-uitvinding gemaakt.

TIP

Voor lastig te lijmen onderdelen kun je een lijmpistool (met standaard) gebruiken. Denk aan een  placemat ter bescherming van de tafel. Zorg dat je dit zelf begeleidt of hiervoor een collega/vrijwilliger of ouder inschakelt. Kies een veilige plek waar het lijmpistool niet kan worden omgestoten.

Begeleid: Loop langs de leerlingen en ga na of ze hulp nodig hebben. Luister naar hun ideeën en stel vragen die hen verder helpen bij het vormgeven van hun fantasie-uitvinding:

  • Wie hebben de uitvinding gebruikt?
  • Wat is er voor het eerst mee gedaan/ontdekt?
  • Waarom is deze uitvinding zo belangrijk voor de mens?
  • Als het om een onderdeel gaat: Was dit een belangrijk onderdeel van de uitvinding?
  • Als het om een onderdeel gaat: Wat kun je met dit onderdeel?  (Aanzetten, opwarmen, in beweging brengen et cetera.)

TIP

Lees ter inspiratie de achtergrondinformatie over de kunstnier van Willem Kolf, met leerlingen die het lastig vinden de museuminformatiekaartjes in te vullen (Bijlage 2). Daarin worden de waarde en gevolgen voor patiënten en artsen van de kunstnier omschreven. Dit soort informatie leggen echte musea dus ook vast.