STAP 1: Intro – Wie doet wat?
TIJD: 10 minuten
Deel uit en lees: We gaan vandaag naar een gedicht van Pim Lammers luisteren, zijn gedicht lezen, het gedicht bespreken, naar het gedicht kijken én het illustreren, tekenen. We beginnen met luisteren en lezen.
Deel het gekopieerde gedicht IJsjes halen (pagina 15) uit. Lees het gedicht voor en laat de leerlingen meelezen.
Bespreek, en laat zien: Bespreek het gedicht. Hoe denk je dat oom Johan en de ik-persoon zo snel een ijsje hebben gehaald? Wat (welke woorden) heb je gelezen waardoor je dat denkt? Als jij een illustratie, een tekening, bij dit gedicht mocht maken wat zou je dan tekenen? Welke personen en welke dingen? En kun je uitleggen waarom je dat zou willen tekenen? Jullie hebben allemaal hetzelfde gedicht gelezen, maar iedereen valt net weer andere dingen op en heeft er andere ideeën bij.
Vertel en laat zien: Illustrator Sarah van Dongen heeft haar ideeën en beelden bij de gedichten van Pim Lammers getekend, geïllustreerd. Dit is haar verbeelding bij oom Johan en de ik-persoon.
Laat de illustratie IJsjes halen zien op het digibord (bijlage 2). Stel de volgende vragen: Wat gebeurt er? Waaraan kun je dat zien? Wat valt jullie nog meer op?
Wijs op de illustratie ter verduidelijking voor jezelf en de andere leerlingen aan waar iemand het over heeft.
Vertel en laat zien: Voor de gedichten van Pim Lammers heeft Sarah van Dongen veel verschillende families moeten tekenen. Maar zelf tekent ze ook graag families. Zoals zichzelf, haar vriend in bad en haar moeder (bijlage 3). Sarah maakt geen tekeningen die super realistisch zijn. De lichamen van haar familieleden zijn best groot en een stoel staat wel eens schuin. Het gaat niet om perfectie, maar om wat ze tekent. En als ze tekent doet ze dat niet meteen netjes. Vaak test ze wat kleuren en materialen uit aan de zijkant van haar tekenblad en soms schrijft ze er wat bij (bijlage 4). Zo gaan wij ook beginnen met onze illustratie.