Les 2: de eitjes komen uit

Les 2: de eitjes komen uit


Voorbereiding
  • Verzamel de speelgoeddieren en/of een steen. Maak hiervan, samen met jouw gebarsten ei, een opstelling ergens in de klas waar leerlingen niet vaak kijken. Zie ook bijlage 2.
  • Leg het tekenpapier, de schrijf- en kleurpotloden en/of oliepastelkrijtjes klaar.
  • Zet bijlage 3 klaar op het digibord.
  • Maak een plek vrij om straks de zwanentekeningen op te hangen.

Stap 1: eitjes tellen

Verzamel de leerlingen in een kring om het zwanennest vol eitjes.

Start de les met vragen als: wie weet nog hoeveel eitjes we gisteren hebben gemaakt? Zullen we ze even natellen? De leerlingen tellen hardop met jou mee. O, o, er mist een ei… Het eigenwijze ei!!

Stel vragen als: waar kan het eigenwijze ei toch zijn? Welke dieren kwam het ook alweer tegen?
Ga samen op zoek naar het eigenwijze ei. Gelukkig, hier is het!

Zet het eigenwijze ei vervolgens samen met de speelgoeddieren en/of de steen bij het zwanennest op tafel. Kijk, we hebben het boek nagebouwd. Laat leerlingen benoemen wat hen opvalt.

Vertel dat de leerlingen op hun eigen ei ook een barst mogen tekenen. Laat hen om beurten voorzichtig hun ei uit het nest pakken. Deel de potloden uit en laat hen tekenen.

Vervolgens leggen ze hun gebarsten ei terug in het zwanennest. Ze nemen hun stoel en hun potlood mee naar hun eigen tafel.

Stap 2: zwanen tekenen

Laat de leerlingen op het digibord plaatjes van zwanen zien (bijlage 3). Stel vragen als: wie zou de papa zijn? Is er ook een mama? Een tante? Een opa? En babyzwaantjes?

Benoem samen met de leerlingen waaraan je een zwaan kunt herkennen. Een zwaan ziet er anders uit dan een eend. Wat zijn de verschillen tussen die vogels?

Nu mogen de leerlingen zelf een zwaan tekenen. Deel de tekenmaterialen uit en laat het digibord aanstaan voor inspiratie.

Stap 3: expositie

Hang de tekeningen op. Laat een paar leerlingen iets vertellen over hun zwaan (leuk om te filmen) en sluit af met complimentjes.